Geschiedenis

De kinderboerderij opende officieel voor het eerst op 1 juli 1983 “haar staldeuren” voor het buurtpubliek (in samenwerking met wijkcentrum Ceintuur). Enkele jaren daarvoor was een aantal buurtbewoners op het idee gekomen om op het oude RAl-terrein een kinderboerderij te starten. De gemeente Amsterdam zag in eerste instantie niet veel in deze plannen, maar uit een wijkenquête bleek dat de plannen gesteund werden door het grootste deel van de buurtbewoners.

De kinderboerderij heeft slechts heel even de naam “kinderboerderij de Oude Raai” gedragen. Enkele maanden na haar officiële opening werd de vereniging kinderboerderij “de Dierenpijp” (nu kinderboerderij de Pijp) opgericht. Deze vereniging was nodig om het behoud van de boerderij te
kunnen garanderen alsmede het beheer in goede banen te leiden. In 1984 voerde het stadsdeel een grote bezuinigingsronde. Dit was voor de vereniging een grote stimulans om zoveel mogelijk leden te werven, hetgeen uitstekend lukte. Het jaar 1986 was een belangrijk jaar: de geboorte vanhet eerste kalf in de Pijp en de opening van de educatieve ruimte “De Schaapskooi” (met behulp van gemeentegelden).

Nu stond de boerderij definitief “op de Amsterdamse kaart”.

Een aantal jaren draaide de kinderboerderij op vrijwilligers, wat op zich lukte, maar wat de continuïteit van het voortbestaan van de kinderboerderij niet waarborgde. In 1988 werden de deelraden in Amsterdam ingesteld. De zaken van de kinderboerderij werden vanaf die datum
behartigd door de afdeling Welzijn van deelraad de Pijp. Aangezien de verhouding met deze deelraad veel beter was dan met de Centrale Stad en de boerderij enorm groeide, werd er in 1989 een aanvraag ingediend voor een betaalde beheerdersbaan op de kinderboerderij. De deelraad
besloot dat jaar nog subsidie te verstrekken voor een formatieplaats van 48 uur per week. Deze functie werd opgedeeld in 2 kleine banen van 24 uur voor o.a. beheer van het terrein, de dierverzorging, coördinatie en begeleiding van vrijwilligers. De kinderboerderij groeide door tot een
multifunctionele, goedbezochte voorziening midden in de stad waar natuur en milieueducatie hoog in het vaandel staan en allerlei activiteiten worden aangeboden voor uiteenlopende doelgroepen.

Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de boerderij is het jaar 1997; de boerderij werd geteisterd door een grote brand waarbij het oude hoofdgebouw totaal afbrandde. Hierbij zijn enkele dieren overleden en is er veel administratie en fotomateriaal verloren gegaan. De boerderij
heeft toen korte tijd zijn deuren moeten sluiten i.v.m. de afvoer van de verbrande resten. Tijdens de bouw van het huidige hoofdgebouw is de kinderboerderij echter zoveel mogelijk open geweest.

Inspelend op de maatschappelijke trends is de kinderboerderij steeds meer en meer activiteiten en faciliteiten voor de bezoekers gaan ontwikkelen. De publieksfunctie van de kinderboerderij werd een van de speerpunten in het beleid. Er kwamen voorzieningen voor het publiek om hun verblijf te veraangenamen en/of te verlengen zoals; meer speeltoestellen en speelmaterialen ( waaronder een waterspeelplaats ), een extra zandbak, gezellige zitjes, informatiebordjes, educatieve spelletjes verspreid over het terrein, een aantal speurtochten voor verschillende leeftijden, aanpassingen aan de dierenverblijven zodat er zoveel mogelijk direct contact tussen mens en dier mogelijk is, een leeshoek, samenwerking met Wecylce en Eeko enz. Ook het aantal aanvragen voor gastlessen vanuit het basisonderwijs steeg flink. Om hieraan te kunnen voldoen zijn de educatie uren uitgebreid van 18 naar 32 uur per week en is de educatieve ruimte uitgebreid en verdubbeld in oppervlakte. Hierdoor kon er ook aan de alsmaar toenemende vraag naar knuffeluurtjes en vakantieactiviteiten worden voldaan. Ook is het les aanbod in de loop van de jaren steeds verder uitgebreid, inmiddels kan er ingeschreven worden op 20 verschillende lessen.

Er werken inmiddels 5 bestuursleden en 6 vaste medewerkers die, samen met ongeveer 30 volwassen- en 20 jeugdvrijwilligers, zorgen voor het draaiend houden van de boerderij; het verzorgen van de boerderijdieren, het bijhouden van de heemtuin en het onderhouden van de opstallen en het terrein. De recreatieve en (milieu)educatieve aspecten gaan op de kinderboerderij en in de heemtuin hand in hand.